-
1 het interdisciplinaire karakter van het onderzoek
het interdisciplinaire karakter van het onderzoekDeens-Russisch woordenboek > het interdisciplinaire karakter van het onderzoek
-
2 het prestatiegerichte karakter van de moderne samenleving
het prestatiegerichte karakter van de moderne samenlevingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het prestatiegerichte karakter van de moderne samenleving
-
3 karakter
4 [het kenmerkende van iets] character♦voorbeelden:hij heeft een slap karakter • he is spinelessiemand met een sterk karakter • someone with (great) strength of character2 karakter tonen • show character/spiritzonder karakter • without character/backbone3 van een tijdelijk/blijvend karakter zijn • be temporary/permanent (in nature)een nieuwbouwwijk zonder karakter • a new housing estate with no characterChinese karakters • Chinese characters -
4 chez
chez [sĵee]〈 voorzetsel〉1 bij ⇒ in het huis, het land, de winkel, de werken van♦voorbeelden:repas bien de chez nous • typisch Franse maaltijdchez soi • thuisrentrer chez soi • naar huis gaanfaites comme chez vous • doe alsof u thuis bentprép1) bij2) naar -
5 συνέδριον
συνέδριον, ου, τό (ἕδρα ‘a seat’; Hdt.+; ins, pap, LXX; PsSol 4:1; EpArist 301; Philo, Joseph.—Schürer II 205, 14) a common administrative term① a governing board, council (Posidon.: 87 Fgm. 71 Jac.; Diod S 15, 28, 4; συνέδριον ἐν Ἀθήναις συνεδρεύειν; 19, 46, 4; Ael. Aristid. 13 p. 286 D.; Jos., Ant. 20, 200, Vi. 368; cp. Poland 156–58; New Docs 4, 202)ⓐ of a local council, as it existed in individual cities pl. Mt 10:17; Mk 13:9.ⓑ transferred by Ign. to the Christian situation. The elders (presbyters; cp. CIG 3417 the civic συνέδριον τῶν πρεσβυτέρων in Philadelphia; CCurtius, Her 4, 1870: ins fr. Ephesus nos. 11 and 13 p. 199; 203; 224) are to take the place of the συνέδριον τῶν ἀποστόλων the council of the apostles in the esteem of the church IMg 6:1. They are called συνέδριον θεοῦ ITr 3:1. συνέδριον τοῦ ἐπισκόπου IPhld 8:1.ⓒ the high council in Jerusalem, Sanhedrin, the dominant mng. in our lit. (Joseph. [Schürer II 206, 18]; Hebraized in the Mishnah סַנְהֶדְרִין); in Roman times this was the highest indigenous governing body in Judaea, composed of high priests (ἀρχιερεύς 1bα), elders, and scholars (scribes), and meeting under the presidency of the ruling high priest. This body was the ultimate authority not only in religious matters, but in legal and governmental affairs as well, in so far as it did not encroach on the authority of the Roman procurator. The latter, e. g., had to confirm any death sentences passed by the council. (Schürer II 198–226; MWolff, De Samenstelling en het Karakter van het groote συνέδριον te Jeruzalem voor het jaar 70 n. Chr.: ThT 51, 1917, 299–320;—On the jurisdiction of the council in capital cases s. ἀποκτείνω 1a [J 18:31]. Also KKastner, Jes. vor d. Hoh. Rat 1930; MDibelius, ZNW 30, ’31, 193–201; JLengle, Z. Prozess Jesu: Her 70, ’35, 312–21; EBickermann, RHR 112, ’35, 169–241; ESpringer, PJ 229, ’35, 135–50; JBlinzler, D. Prozess Jesu ’51 [much lit.], 2 ’55, Eng. tr., The Trial of Jesus, I and FMcHugh, ’59 [3d ed. ’60]; JJeremias, ZNW 43, ’50/51, 145–50; PWinter, On the Trial of Jesus, in Studia Judaica I, ’61.—SZeitlin, Who Crucified Jesus? ’42; on this s. CBQ 5, ’43, 232–34; ibid. 6, ’44, 104–10; 230–35; SZeitlin, The Political Synedrion and the Religious Sanhedrin, ’45. Against him HWolfson, JQR 36, ’46, 303–36; s. Zeitlin, ibid. 307–15; JDerrett, Law in the NT, ’70, 389–460; DCatchpole, The Problem of the Historicity of the Sanhedrin Trial: SHoenig, The Great Sanhedrin, ’53; CFD Moule Festschr. ’70, 47–65; JFitzmyer, AB: Luke 1468–70 [lit.].—On Jesus before the council s. also Feigel, Weidel, Finegan s.v. Ἰούδας 6). Mt 5:22 (RGuelich, ZNW 64, ’73, 43ff); 26:59; Mk 14:55; 15:1; Lk 22:66 (perh.; s. below); Ac 5:21, 27, 34, 41; 6:12, 15; 22:30; 23:1, 6, 15, 20, 28 (on the probability of ref. in vv. 20 and 28 to a locality s. κατάγω and 3, below); 24:20.② an official session of a council, council meeting (cp. Diod S 13, 111, 1 συναγαγὼν συνέδριον, of a circle of friends). Of the Sanhedrin συνήγαγον οἱ ἀρχιερεῖς καὶ οἱ Φαρισαῖοι συνέδριον the high priests and the Pharisees called a meeting of the council J 11:47.③ council meeting room, meeting room (SIG 243 D, 47; 249 II, 77f; 252, 71; POxy 717, 8; 11 [II B.C.]; BGU 540, 25) of the Sanhedrin Ac 4:15; perh. (s. 1 above) Lk 22:66 (GSchneider, Verleugnung etc. [Lk 22:54–71], ’69); Ac 23:20, 28.—Pauly-W. II 8, 1333–53; Kl. Pauly V 456; DBS XI 1353–1413; BHHW II 740f.—DELG s.v. ἕζομαι B 2. M-M. EDNT. TW. -
6 evidence law
getuigenis wetten (wetten die het karakter van bewijs regelen bij het gerechtshof) -
7 make
n. merk--------v. maken; vervaardigen; veroorzaken; creërenmake1[ meek]1 merk2 natuur ⇒ karakter, soort♦voorbeelden:2 maaksel ⇒ fabrikaat, makelij♦voorbeelden:2 of bad make • van slechte makelij, van slecht fabrikaatthat young man is really on the make • die jongeman is een echte streber————————make21 doen ⇒ zich gedragen, handelen♦voorbeelden:we were making toward(s) the woods • wij gingen naar de bossen¶ make believe • spelen, doen alsofyou'll have to make do with this old pair of trousers • je zult het met deze oude broek moeten doenmake away/off • 'm smeren, ervandoor gaanmake away with oneself • zich van kant makenmake away with • doden; meenemen, jattenmake off with • weg/meenemen, jattenmake at someone • op iemand afstormen〈Amerikaans-Engels; informeel〉 make with • komen met, brengen; doen, uitvoerenmake with the drinks, I'm parched • kom op met de drank(jes), ik heb een vreselijke dorstmake with the show • kom op met de show, voer de show opII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 maken ⇒ bouwen, fabriceren; scheppen; voortbrengen, veroorzaken; bereiden; (op)maken, opstellen 〈 wet, testament〉2 in een bepaalde toestand/positie brengen ⇒ maken, vormen; maken tot, benoemen tot/als3 (ver)krijgen ⇒ (be)halen, binnenhalen 〈 winst〉, hebben 〈 succes〉; lijden 〈 verlies〉; verdienen; scoren, maken 〈punt enz.〉4 laten ⇒ ertoe brengen, doen, maken dat, dwingen5 voorstellen als ⇒ doen lijken op, afschilderen (als)7 worden ⇒ maken, zijn8 (geschikt) zijn (voor) ⇒ (op)leveren, worden9 afleggen ⇒ overbruggen, doen10 bereiken ⇒ komen tot, halen 〈 snelheid〉, gaan; halen, pakken 〈 trein〉; zien, in zicht krijgen 〈 land〉; bereiken 〈 rang〉, worden ⇒ komen in, halen 〈 ploeg〉11 doen 〈 met handeling als object〉 ⇒ verrichten, uitvoeren 〈 onderzoek〉; geven 〈 belofte〉; nemen 〈 proef〉; houden 〈 redevoering〉♦voorbeelden:1 make coffee/tea • koffie/thee zettenmake dinner • het warme eten klaarmakenmake a house • een huis bouwenGod made man • God schiep de mensmake room • plaats makenmake over a dress • een jurk vermaken/verstellenmake a chair from paper • een stoel van papier makena bridge made of stone • een brug van steen, een stenen brugthey made a cupboard out of oak • zij maakten een kast van eikenhoutthat boy's as fast/bad as they make 'em • die jongen is zo snel/slecht als maar kanthe letter made mother happy • de brief maakte moeder blijthe workers made him their spokesman • de arbeiders maakten hem tot hun woordvoerdermake the news public • het nieuws openbaar makenmake over something (into) • iets ombouwen (tot), iets veranderen (in)make a stone into an axe • van een steen een bijl makenyou've made such a happy man out of me • je hebt van mij zo'n gelukkig mens gemaaktmake a profit of two guilders • een winst van twee gulden maken〈 kaartspel〉 make a trick • een slag maken/binnenhalenhe made a lot on this deal • hij verdiende een hoop aan deze transactie4 you think you can make this old car ride again • je denkt deze oude wagen weer aan de praat te kunnen krijgenthe police made Randy sign the confession • de politie dwong Randy de bekentenis te tekenenthe story made her laugh • het verhaal maakte haar aan het lachenTom was made to tell his adventures once more • Tom moest zijn avonturen nog eens vertellenshe made the food go round • ze zorgde ervoor dat er genoeg eten was voor iedereenhe made himself heard by speaking loud and clear • hij maakte zichzelf verstaanbaar door hard en duidelijk te sprekenyou can't make me • je kunt me niet dwingen5 this book makes the Second Worldwar end in 1943 • dit boek laat de Tweede Wereldoorlog eindigen in 1943the director made Macbeth a villain • de regisseur maakte van Macbeth een schurk6 what do you make the time? • hoe laat heeft u het?I make it seven thirty • ik heb het half achtthree and four make seven • drie en vier is zeventhat makes three who want whisky • dat zijn er drie die whisky willenthat novel makes pleasant reading • die roman laat zich lekker lezenshe will make you the perfect secretary • zij zal de volmaakte secretaresse voor je zijnthe man is made for this job • de man is geknipt voor deze baanafter that he made major • daarna werd hij majoorthis car makes a hundred and thirty km/h • deze auto haalt honderddertig km/umake the front pages • de voorpagina's halenmake port • de haven binnenlopenI wonder how that player could make this team • ik vraag me af hoe die speler in dit team kon komen/rakenmake it • op tijd zijn, het halen; 〈 figuurlijk〉succes hebben, slagenhave it made • geslaagd zijn, op rozen zitten11 make a decision • een beslissing nemen, beslissenmake an effort • een poging doen, pogenmake a phone call • opbellenmake war against/on/with • oorlog voeren tegen/metthis new film will make him or break him • met deze nieuwe film is het erop of eronder voor hemmake something do • zich met iets behelpenyou'll have to make this bike do • je zult het met deze fiets moeten doen〈 slang〉 make it • het doen, een nummertje maken, naaienlet's make it next week/Wednesday • laten we (voor) volgende week/woensdag afsprekenmake little of • onbelangrijk vinden; weinig hebben aan, weinig profijt trekken van; weinig begrijpen vanhe made little of this wonderful opportunity • hij deed weinig met deze prachtkansmake much of • belangrijk vinden; veel hebben aan; veel begrijpen van; veel werk maken van 〈 bijvoorbeeld meisje〉they never made much of reading at home • thuis vonden ze lezen nooit belangrijkmake nothing of • gemakkelijk doen (over), geen probleem maken van; niets begrijpen van〈 informeel〉 want to make something of it? • zocht je soms mot?, knokken?〈 informeel〉 that makes two of us • dat geldt ook voor mij, hier idem ditomake over (to) • vermaken (aan), overmaken (aan), toewijzen (aan) 〈geld e.d.〉what do you make of that story? • wat denk jij van dat verhaal?they couldn't make anything of my notes • ze begrepen niets van mijn aantekeningen -
8 caractère
caractère [kaaraakter]〈m.〉1 karakter ⇒ persoonlijkheid, aard2 aard ⇒ kenmerk, eigenschap, karakter3 letter(type) ⇒ drukletter, teken♦voorbeelden:pièce de caractère • karakterstukavoir (un) bon caractère • een goed karakter hebbencaractère français • Franse volksaardêtre d'un heureux caractère • een optimist zijnjeune de caractère • jong van aardavoir (un) mauvais caractère • moeilijk zijnavoir du caractère • karakter hebbenmanquer de caractère • karakterloos zijnsortir de son caractère • buiten zichzelf gerakenhomme de caractère • man van karaktercaractère en or • hart van goudhomme sans caractère • karakterloze manintérieur sans aucun caractère • onpersoonlijke inrichtingcaractère particulier • bijzonderheidle caractère problématique de qc. • het problematische van ietsen gros caractères • in hoofdlettersgraver en caractères ineffaçables • voor eeuwig boekstavenm1) karakter, aard2) kenmerk, eigenschap3) lettertype -
9 coeur
coeur [kur]〈m.〉3 maag4 hart ⇒ innerlijk leven, intieme gedachten5 hart ⇒ midden, binnenste, kern♦voorbeelden:coeur droit • rechter hart(helft)d'un coeur léger • onbezorgdcoeur transplanté • ruilhart3 avoir le coeur sur les lèvres, au bord des lèvres • gaan overgeven, misselijk zijnavoir le coeur barbouillé • misselijk zijnavoir, garder qc. sur le coeur • iets niet kunnen verwerkenrester sur le coeur • zwaar op de maag liggencoeur de la question • kern van de vraagavoir le coeur dur • een hart van steen hebbenavoir le coeur gros, plein • verdriet hebbenen avoir lourd sur le coeur • gedrukt, bedrukt zijnavoir le coeur serré • bedrukt, bedroefd zijnavoir le coeur tendre • een klein hart hebben, teerhartig zijnle coeur m'a manqué • ik kon het niet over mijn hart verkrijgenavoir la rage au coeur • razend zijnn'avoir de coeur à rien • nergens zin in hebbenne pas avoir le coeur à rire • geen lust tot lachen hebbenvouloir en avoir le coeur net • er het zijne van willen wetenavoir le coeur de faire qc. • de moed hebben iets te doenavoir le coeur sur la bouche, sur les lèvres • het hart op de tong, op de lippen hebbenavoir le coeur sur la main • vrijgevig zijndonner, remettre du coeur au ventre à qn. • iemand een hart onder de riem stekenfaire battre le coeur • het hart sneller doen kloppencela me fait mal au coeur • ik vind het triestmanquer de coeur • harteloos zijntenir à coeur • na aan het hart liggenvider son coeur • zijn hart uitstortenprendre qc. à coeur • iets ter harte nemenprendre qc. trop à coeur • zich iets te veel aantrekkenà coeur joie • naar hartenlustaller droit au coeur • tot het hart sprekende bon, grand, tout (mon, son etc.) coeur • van ganser harte, graagapprendre par coeur • uit het hoofd lerensans coeur • harteloossi le coeur vous en dit • als je er zin, trek in hebtmon petit coeur • mijn hartjejoli comme un coeur • net een plaatjem1) hart2) boezem, borst3) maag4) binnenste, kern5) harten [kaarten] -
10 mould
n. vorm, mal, matrijs; aard, karakter; teelaarde, bladaarde--------v. vormen, kneden, modellerenmould12 → moulding moulding/♦voorbeelden:cast in one/the same mould • uit hetzelfde hout gesneden1 schimmel♦voorbeelden:————————mould21 vormen ⇒ kneden, modelleren♦voorbeelden:mould a head from/in/out of clay • een kop uit/van klei boetserenmoulded on • naar het voorbeeld van -
11 within
adv. binnen, binnenin; van binnenuit; naar binnen--------n. binnenkant, in--------prep. binnen; inwithin1[ wiðin] 〈bijwoord; plaatsaanduidend〉♦voorbeelden:he was fuming within • inwendig kookte hij van woedeinquire within • binnen te bevragen————————within2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:within the organization • binnen de organisatiestay within one's limits • binnen de grenzen van zijn mogelijkheden blijvenwithin ones's reach • binnen zijn bereikwithin sight • in zichtwithin the time it takes to • binnen de tijd die nodig is om tewithin a few years • binnen een tijdspanne van enkele jaren -
12 side
adj. zijdelings; op zij; tweederangs; bijkomstig--------n. zijde; kant; partij; zijde (i. wiskunde)--------v. een kant kiezen; stenen, ondersteunen; kiezen voor-side1[ sajd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 zij(de) ⇒ (zij)kant, flank, helling 〈 van berg〉; oever 〈 van rivier〉; richting; aspect, trek 〈 van karakter〉; partij; afstammingslijn♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 on the fat/high/safe/small side • aan de vette/hoge/veilige/kleine kantchange sides • overlopenstudy all sides of something • alle aspecten van iets bestuderentake sides with someone • partij voor iemand kiezenlook at all sides of the question • het probleem van alle kanten bekijkenat/by my side • naast mijby the side of • naast, vergeleken metthey came from all sides • ze kwamen uit alle richtingenon the north side of • aan de noordkant vanthe Lord is on our side • de Heer is met onswhose side is he on, anyway? • aan wiens kant staat hij eigenlijk?look on the bright side of life • het leven van de zonzijde zienthe other side • de tegenpartij, de vijandthe other side of the coin • de keerzijde van de medaillelaugh on the other side of one's face/mouth • lachen als een boer die kiespijn heefton this side of the grave • in levenbrush to one side • in de wind slaanput on/to one side, set on one side • terzijde leggen; sparen, reserverenon the side 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 • als bijverdienste; 〈 Brits-Engels〉 zwart; in het geniepgin and coke on the side • gin met colaon his side • van zijn kant(on) this side (of) Christmas • vóór Kerstmis→ better better/, right right/, rough rough/, seamy seamy/, shady shady/, sunny sunny/, wrong wrong/————————side21 zij-♦voorbeelden:————————side3〈 werkwoord〉1 〈+against/with〉partij kiezen (tegen/voor) -
13 coller
coller [kollee]♦voorbeelden:3 coller à la pensée de qn. • iemands gedachte precies uitdrukken; 〈 ook〉 zich inspannen om iemands gedachte goed te kunnen volgencoller à un texte • 〈 van vertaling〉 te woordelijk zijn; 〈 van vertaler〉 te dicht bij het origineel blijven4 ça colle! • dat gaat goed!, dat klopt!, afgesproken!ça ne colle pas entre eux • het klikt niet tussen henII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aanplakken ⇒ (vast)plakken, lijmen, dichtplakken4 〈 informeel〉gooien (in, tegen) ⇒ met kracht smijten (in, tegen)6 〈 vooral onderwijs〉 een strikvraag stellen ⇒ (met een vraag) in het nauw brengen ⇒ 〈 kandidaat〉 laten zakken♦voorbeelden:coller qn. en prison • iemand in de gevangenis zettencoller qc. par terre • iets op de grond smijten7 être collé • (moeten) nablijven, nazitten♦voorbeelden:se coller du rouge à lèvres • lippenstift opdoens'y coller • 〈 bij verstoppertje spelen〉met de ogen geblinddoekt wachten, terwijl de anderen zich gaan verstoppencolle-toi là • ga daar maar zittense coller devant la télévision • zich voor de televisie installeren1. v1) kleven (aan), vastplakken (aan)2) nauw sluiten [kleding]4) gesmeerd lopen, klikken5) aanplakken, dichtplakken6) lijmen8) smijten9) toedienen10) verkopen [klap]11) aansmeren, opdringen13) laten zakken14) laten nablijven [leerling]15) lastig vallen, hinderen [door zijn onophoudelijke aanwezigheid]2. se collerv2) zich toeleggen (op) [ondanks tegenzin] -
14 quality
adj. kwaliteit(s)--------n. kwaliteit; aard, eigenschap, goede eigenschap, karakteristiek; karakter, natuur; goede kwaliteit[ kwollətie] 〈meervoud: qualities〉1 kwaliteit ⇒ deugd, capaciteit2 eigenschap ⇒ kenmerk, karakteristiek♦voorbeelden:quality of life • leefbaarheid, kwaliteit van het bestaanhave the quality of gaining people's confidence • het vermogen bezitten het vertrouwen van de mensen te winnenin the quality of President • in de hoedanigheid van PresidentII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; ook attributief〉1 kwaliteit ⇒ waarde, gehalte♦voorbeelden:quality newspaper • kwaliteitskranthigh/low quality wood • hout van goede/slechte kwaliteitof poor/good quality • van slechte/goede kwaliteitpeople of quality • mensen van standing -
15 mold
n. het losmaken van rijke grond; het met aarde bedekken; het boetseren--------n. vorm, mal, matrijs; aard, karakter; teelaarde, bladaarde--------v. vormen; vorm geven; beschimmelen; (karakter) vorming; verrotten→ mould mould/ -
16 twist
n. draai, vlecht, lont, touw; verdraaiing, verbuiging--------v. vlechten, draaien; verdraaien, verkrommentwist1[ twist] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:a strange twist of events • een vreemde wending der gebeurtenissengive someone's arm a twist • iemands arm omdraaiengive the truth a twist • de waarheid een beetje verdraaien————————twist2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 verdraaien ⇒ verwringen; vertrekken 〈 gezicht〉; verrekken 〈 spier〉; verstuiken 〈 voet〉; verbuigen 〈 sleutel〉; omdraaien 〈 arm〉6 wringen ⇒ af/uitwringen♦voorbeelden: -
17 verschil
♦voorbeelden:een verschil van hemel en aarde • une différence du tout au toutverschil van mening • divergence d'opinionseen klein verschil • une légère différencedat maakt geen verschil • cela ne fait pas de différenceverschil in karakter • différence de caractèremet dit verschil dat … • à la différence que …het verschil van 8 en 6 is 2 • la différence entre 8 et 6 est 2→ link=wereld wereld -
18 back story
gebeurtenissen die plaats vonden in het leven van een karakter voor het begin van een geromantiseerd verhaal; achtergrond (metaforisch gebruikt) -
19 graphics character
grafisch karakter, karakter voor het creëeren van grafische vormen in een tekst toestand -
20 text delimiter
tekst onderscheider, het karakter dat velden van gegevens in een regel van gegevens van een bestand van elkaar onderscheidt
См. также в других словарях:
Cornelis van der Aa — (Leiden, 22 October 1749 Amsterdam, 1816), was a bookseller in Haarlem when he was convicted in 1796 by the schepenen of the city to five years imprisonment and consecutive perpetual exile from the department Holland for political reasons as a… … Wikipedia
Jan Hendrik van Kinsbergen — Jan Hendrik van Kinsbergen, Graf von Doggersbank (* 1. Mai 1735 in Doesburg; † 22. Mai 1819 in Apeldoorn) war ein niederländischer Admiral. Leben Sein Vater Johann Henrich Ginsberg war am 7. Januar 1706 in Salchendorf bei Siegen in nassauischen… … Deutsch Wikipedia
Jan Henrik van Kinsbergen — Jan Hendrik van Kinsbergen, Graf von Doggersbank (* 1. Mai 1735 in Doesburg; 22. Mai 1819 in Apeldoorn) war ein niederländischer Admiral. Sein Vater Johann Henrich Ginsberg war am 7. Januar 1706 in Salchendorf bei Siegen in nassauischen Landen… … Deutsch Wikipedia
Jan van Kinsbergen — Jan Hendrik van Kinsbergen, Graf von Doggersbank (* 1. Mai 1735 in Doesburg; 22. Mai 1819 in Apeldoorn) war ein niederländischer Admiral. Sein Vater Johann Henrich Ginsberg war am 7. Januar 1706 in Salchendorf bei Siegen in nassauischen Landen… … Deutsch Wikipedia
Pieter Geyl — Pieter Catharinus Arie Geyl, né le 15 décembre 1887 et mort le 31 décembre 1966, est un historien néerlandais, connu pour ses travaux sur les Provinces Unies et sur l historiographie. Sommaire 1 Études et début de carrière 2 La Seconde Guerre… … Wikipédia en Français
Karel Lotsy — Karel Lotsij Karel Johannes Julianus Lotsy (* 3. März 1893 in Baltimore, Maryland (USA); † 29. August 1959 in Koog aan de Zaan; eigentlich Karel Lotsij) war ein niederländischer Fußball und Sportfunktionär. Von 1942 bis 1953 war er Vorsitzender… … Deutsch Wikipedia
Jan Frans Willems — (March 11, 1793 June 24, 1846), Flemish writer and father of the Flemish movement.Willems was born in the Belgian city of Boechout, while that was under French occupation. He started his career in the office of a notary in Antwerp.He devoted his… … Wikipedia
Jan Frans Willems — (Boechout, 11 de marzo de 1793 Gante, 24 de junio de 1846) fue un escritor flamenco y padre del movimiento flamenco. Contenido 1 Vida 2 Obra 3 Bibliografía … Wikipedia Español
Karel Lotsij — Karel Johannes Julianus Lotsy (* 3. März 1893 in Baltimore, Maryland, USA; † 29. August 1959 in Koog aan de Zaan; eigentlich Karel Lotsij) war ein niederländischer Fußball und Sportfunktionär. Von 1942 bis 1953 war er Vorsitzender des… … Deutsch Wikipedia
Karel Lotsij — Karel Johannes Julianus Lotsy (* 3. März 1893 in Baltimore, Maryland, USA; † 29. August 1959 in Koog aan de Zaan; eigentlich Karel Lotsij) war ein niederländischer Fußball und Sportfunktionär. Von 1942 bis 1953 war er Vorsitzender des… … Deutsch Wikipedia
ИУСТИН ФИЛОСОФ — [греч. ᾿Ιουστῖνος Θιλόσοφος] (кон. I нач. II в., г. Флавия Неаполь 165, Рим), мч. (пам. 1 июня), апологет, отец Церкви. Жизнь Мч. Иустин Философ. Роспись ц. свт. Николая мон ря Ставроникита, Афон. Мастера Феофан Критский и Симеон. 1546 г. Мч.… … Православная энциклопедия